Euritmie.
Toen ik leerde hoe je op muziek en taal kunt bewegen zonder ook maar een fractie van een seconde erbij na te denken (terwijl het geenzins vrij bewegen is maar juist aan wetmatigheden onderworpen) ervoer ik mezelf vrijer dan ooit en werd ik me bewust van het volledig zintuigelijk kunnen worden. Zoals huid huid raakt. Eén zijn.
Klank raakte mij aan zoals de strijkstok de snaar, en door die aanraking voelde ik me als omhuld met klank.

Meubelstoffering.
Toen ik jaren daarna als meubelstoffeerder gepassioneerd raakte door ambachtelijk werk met prachtige stoffen en vooral de lagen ònder de stoffen, en ik leerde onder te duiken in de tastzin, ontdekte ik dat niets is wat t lijkt : je bent t altijd zelf waar je naar kijkt, verlangt en naar streeft, dacht ik.
Terwijl ik meende dat ik gewoon lekker wat met mijn handen wilde werken begreep ik meer en meer dat willen vormgeven van armleuningen en perfect passend maken van rimpelloze rugleuningen en zitkussens van koeienhuiden, leer en stof, hetzelfde was als wat ik eerder deed, alleen omgekeerd. Was ik eerder de degene die werd geraakt door klank, nu waren ‘t mijn handen die het oude fauteuiltje nieuw leven inbliezen, en weer tot ‘klinken’ brachten.
Juist niet zelf iets designen maar het gegeven skelet, (de kale romp) volgen, (én natuurlijk de wensen van de klant).. het volgen en dienen, en kijken naar wat er nodig is.

Na een half leven euritmieles te hebben gegeven en daarnaast meubels te hebben gemaakt ben ik sinds een knie die niet meer wil meebewegen(slijtage), en moeite heeft met lang staan en zwaar tillen, op een ander spoor gekomen. Uiteraard ging deze omslag niet zonder een diepe crisis.
Dat ik nu weer opnieuw in mijn derde werkveld, als coach, begeleider, een ontmoeting heb met mezelf is wellicht een open deur. Maar dat wil niet zeggen dat dat van meet af aan helder was. Met name de laatste tijd ervaar ik de gemeenschappelijke noemer.
Dat heeft te maken met omhulling en bedding.

Coach.
Mijn innerlijke vrouw is nu meer op de voorgrond en voorzichtig als zij is, weet wat er (misschien) nodig is, toetst en luistert, kan zij ruimte bieden. Ze kan switchen en organisch ‘denken’ , en daarmee bedding creëren voor wat werkelijk aan de oppervlakte wil en kan komen. Ze kan uithouden als t houvast dreigt op te lossen in compost en humus, en wachten op t nieuwe leven.
Het aanreiken van een schone stille ruimte zowel innerlijk als uiterlijk en jou leren hoe je daar zelf voor kunt leren zorgen. Hoe je houvast krijgt als je dreigt te verkrampen of te verdampen. En toch wil doorvoelen wat er is, dat erkenning wilt geven.
Zelfzorg is een sleutelwoord voor wat je wel kunt doen. Gras gaat niet sneller groeien door trekken maar bedding creëren voor t levende kun je leren.
Wij omhullen het met ons lichaam.
Het levende heb ik veel door mijn lichaam en handen voelen gaan. Dat is de verbinding met mijn andere werkgebieden.